Gebruik |
- Verlichting van de pijn en herstel van het volledige bewegingsbereik binnen enkele uren.
CHRONISCHE BURSITIS
- Nadat een gunstige respons op een acute behandeling werd verkregen, kan de dosis worden verminderd.
TENDINITIS, TENSOSYNOVITIS, PERITENDINITIS
- Acuut: 1 injectie kan de toestand van de patiënt al verbeteren.
- Chronisch: herhaling kan nodig zijn, maar hangt af van de toestand van de patiënt.
REUMATOIDE POLYARTRITIS, OSTEOARTRITIS
- Aanbevolen doses:
-
- grote gewrichten (bv. knie, heup) : 1 tot 2 ml
- middelmatige gewrichten (bv. elleboog) : 0,5 tot 1 ml
- kleine gewrichten (bv. hand) : 0,25 tot 0,5 ml.
- Een intra-articulaire injectie wordt goed verdragen in het gewricht en in de peri-articulaire weefsels.
- Verlichting van pijn, gevoeligheid en stijfheid treedt op binnen twee tot vier uur.
- Duur van de verlichting: meestal vier weken of meer.
DERMATOLOGISCHE AANDOENINGEN
- Intralaesionale toediening.
- 0,2 ml/cm2 intradermaal injecteren m.b.v. een tuberculinespuit met een naald van 26 G.
- Max. 1 ml injecteren voor het geheel van de injectieplaatsen.
AANDOENINGEN VAN DE VOET
- Een tuberculinespuit met een naald van 25 G en een lengte van 1,9 cm is geschikt voor de meeste injecties in de voet.
- Aanbevolen doses met intervallen van ongeveer 1 week:
-
- bursitis onder likdoorn: 0,25 - 0,5 ml.
- onder calcaneus-spoor: 0,5 ml.
- onder hallux rigidus: 0,5 ml.
- op digiti quinti varus: 0,5 ml.
- synoviale cysten: 0,25 - 0,5 ml.
- metatarsalgie van Morton: 0,25 - 0,5 ml.
- tenosynovitis: 0,5 ml.
- periostitis van os cuboideum: 0,5 ml.
- acute jichtartritis: 0,5 - 1 ml.
Toedieningswijze
- Schudden voor gebruik.
- Dit geneesmiddel mag niet intraveneus of subcutaan toegediend worden.
- Indien gelijktijdig toediening van een lokaal anaestheticum (1% of 2% lidocaïnehydrochloride, procaïnehydrochloride of aanverwante) gewenst is:
- Preparaten gebruiken die geen parahydroxybenzoate of fenol, etc. bevatten.
- Mengen in de injectiespuit en niet in de flacon:
- De dosis betamethason eerst uit de flacon in de spuit optrekken.
- Daarna het lokale anaestheticum optrekken en de spuit kort schudden.
Posologie
- Variabele dosis afhankelijk van de behandelde aandoening, de ernst van de aandoening en de respons van de patiënt.
- De dosis moet zo laag mogelijk zijn en de behandelingsduur zo kort mogelijk.
- Nadat een gunstige respons is verkregen, moet de gepaste onderhoudsdosis bepaald worden door de initiële dosis geleidelijk met kleine hoeveelheden en geschikte tussenpozen te verminderen.
Systemische toediening
- Startdosis: 1 tot 2 ml.
- Zo nodig herhalen.
- Toediening via diepe intramusculaire injectie in de bil.
- Goede respons bij groot aantal dermatologische aandoeningen, ademhalingsaandoeningen en acute of chronische bursitis.
Lokale toediening
ACUTE BURSITIS (subdeltoïd, subacromiaal en b. prepatellaris)
- Een injectie van 1 of 2 ml rechtstreeks in de bursa.
|
Toepassing |
Allergische toestanden
- Status asthmaticus, chronisch bronchiaal astma, seizoensgebonden of niet-seizoensgebonden allergische rhinitis, ernstige allergische bronchitis, contactdermatitis, atopische dermatitis, hooikoorts, angioneurotisch oedeem, serumziekte, overgevoeligheidsreacties op geneesmiddelen of als gevolg van insectenbeten.
Reumatoïde aandoeningen
- Osteoartritis, reumatoïde polyartritis, bursitis, lumbago, sciatica, coccydynia, acute jichtartritis, torticollis, ganglioncyste, ankyloserende spondylartritis, radiculitis, exostosis, fasciitis.
Dermatologische aandoeningen
- Atopische dermatitis (nummulair eczeem), neurodermatitis (lichen simplex circumscriptus), contactdermatitis, ernstige zonne-actinitis, urticaria, hypertrofe lichen planus, necrobiosis lipoidica diabeticorum, alopecia areata, discoïde lupus erythematosus, psoriasis, keloïden, pemphigus, dermatitis herpetiformis, cystische acne.
Collageenziekten
- Bij exacerbatie of als onderhoudsbehandeling in bepaalde geselecteerde gevallen van lupus erythematosus disseminatus, periarteritis nodosa, sclerodermie en dermatomyositis.
Neoplastische aandoeningen
- Als palliatieve behandeling bij leukemie en lymfoom bij volwassenen en acute leukemie bij kinderen.
Andere aandoeningen
- Adrenogenitaal syndroom, hemorragische rectocolitis, regionale ileitis, spruw, bloeddyscrasieën die reageren op corticoïden, nefritis, nefrotisch syndroom.
- Een primaire of secundaire cortico-adrenale insufficiëntie kan behandeld worden door toediening van betamethason, maar indien nodig moeten mineralocorticoïden worden toegevoegd.
|