Mijn kind heeft diarree. Wat nu?

Elk kind heeft wel eens last van diarree, maar meestal is dit beperkt tot enkele dagen. Een infectie met een virus of bacterie is meestal de oorzaak. In het geval van een virale infectie spreekt men van een 'buikgriep'. Bij een bacteriële infectie spreekt men van een 'voedselvergiftiging'. In beide gevallen worden dezelfde adviezen gegeven, met de nadruk op voldoende vochtinname!

De voeding :
- Zuigelingen : je kan gewoon doorgaan met je fles- of borstvoeding en eventueel wat meer  geven indien jouw baby daarom vraagt.
-Kleuters : Geef je kind bij elke losse stoelgang, iets te drinken wat je kind lekker vindt. Dwing je kindje niet om iets te eten! Je kindje zal vanzelf weer eten, als de klachten over zijn. Heeft het weer trek, begin dan met kleine porties. Een speciaal dieet is niet nodig.

Het belangrijkste risico bij ernstige diarree is namelijk  uitdroging. Een zuigeling is vatbaarder voor uitdroging dan een kleuter. Kinderen onder de 2 jaar en zeker baby's jonger dan 3 maanden, kunnen al uitdrogen binnen de 24 uur. 

 

Om uitdroging te behandelen en te voorkomen is  ORS belangrijk!  Deze oplossing bestaat uit suikers en zouten, die nodig zijn om vocht op te nemen en vast te houden. 

Probeer niet zelf een ORS oplossing te maken! Dit kan namelijk de diarree verergeren! ORS oplossing koop je best aan in de apotheek! Voeg geen suiker of siroop toe om de smaak te veranderen. Dit verandert namelijk de werking van het product.
 

Als de diarree langer dan 2 weken aanhoudt, is er sprake van chronische diarree.

Hierbij moet nagegaan worden of er een overgevoeligheid of intolerantie is voor bepaalde voedingsmiddelen zoals gluten of melkproducten.
Na een acute maag- darm ontsteking kan ook een tijdelijke lactose intolerantie ontstaan door beschadiging van de darmvlokken. Het is dan best om tijdelijk lactose arme voeding of lactosevrije pap te geven.

Vaak is er geen specifieke oorzaak te vinden voor chronische diarree. Dan spreekt men van peuterdiarree.

 

Dit is een onschuldige vorm van diarree die voornamelijk voorkomt bij peuters tussen 1- 4 jaar. Het kan gaan van enkele weken tot enkele maanden en heeft meestal geen invloed op de ontwikkeling van het kind. De peuter heeft last van waterige/slijmerige ontlasting met onverteerd voedsel. 

Het verband met voeding is duidelijk. Kinderen met peuterdiarree aten gedurende een bepaalde periode onevenwichtige voeding. Soms krijgt het kind peuterdiarree na een periode met acute maag-darmontsteking. Bij de ‘behandeling’ daarvan krijgt het kind een vetarme en vezelarme voeding met meer vocht, vaak via vruchtensappen. Daardoor passeren voedselresten sneller door de darm en worden voedingsstoffen minder goed opgenomen.